De nieuwe leden van het verantwoordingsorgaan (VO) zijn bekend.
In oktober vonden de verkiezingen plaats van de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in het VO van PDN. Op 16 oktober heeft de kiescommissie van het VO het verslag van de verkiezingsuitslag ontvangen.
In totaal werden 12986 uitnodigingen verstuurd om te stemmen. Van de pensioengerechtigden bracht ruim 15,5% hun stem uit. PDN dankt iedereen voor het stemmen.
Vier zetels beschikbaar
Ton de Boer |
Feike Hylarides |
Arno Smeets |
Marjon Doggen-Muijres |
De pensioengerechtigden zijn benoemd als aspirant-lid tot 1-7-2024 en als VO-lid vanaf 1-7-2024 tot 1-7-2028. De aftredende en de niet gekozen zittende leden maken hun termijn af tot 1-7-2024.
Voor de vertegenwoordiging van alle werknemers die bij PDN pensioen opbouwen waren 2 zetels beschikbaar. Hiervoor hebben zich 2 kandidaten beschikbaar gesteld waardoor geen verkiezingen nodig waren. Beide deelnemers zijn benoemd.
Marc Silvertand |
Jan Schreuder |
Wij danken alle kandidaten voor hun aanmelding en wensen de nieuwe VO-leden een goede zittingstermijn toe.
Het Verantwoordingsorgaan (VO) heeft tot taak een oordeel te geven over het door het bestuur in 2022 gevoerde beleid en de beleidskeuzes voor de toekomst. Het VO ontvangt een verantwoording van het bestuur over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. De Raad van Toezicht legt aan het VO verantwoording af over het uitgevoerde toezicht. Het oordeel van het VO wordt gepubliceerd in het jaarverslag en op de website van het fonds. Op basis van de wet, de statuten van het fonds en het door het bestuur vastgestelde Reglement Verantwoordingsorgaan brengt het VO advies uit over (voorgenomen) besluiten van het bestuur voor zover het VO daar wettelijk adviesrecht over heeft.
Het VO bestaat uit 8 leden die voortkomen uit de gelederen van de pensioengerechtigden (4), werknemers (2) en werkgever (2). Per 19 juni is Harry Govers afgetreden als vertegenwoordiger van de gepensioneerden. Hij werd in de loop van het jaar opgevolgd door Meindert Dijkstra.
In het verslagjaar werd elfmaal vergaderd waarbij in tien vergaderingen overleg is gevoerd met een delegatie van het bestuur van PDN. Daarnaast zijn er twee bijeenkomsten geweest waarbij overleg is gevoerd met de Raad van Toezicht over o.a. de wijze van uitvoering van taken en uitoefening van bevoegdheden van de Raad van Toezicht
Het VO besteedt op een gestructureerde manier aandacht aan het op peil houden van zijn benodigde deskundigheid. In 2022 werd gestart met een aantal kennissessies verband houdend met het transitie traject Wet Toekomst Pensioenen (WTP). In 2023 zal dat een vervolg krijgen.
Door het VO werd in 2022 zesmaal advies uitgebracht. Adviezen betroffen het beloningsbeleid (driemaal), het communicatiebeleid, flexibiliteit in de premie/regeling 2023 voor aangesloten ondernemingen en het aansluitingenbeleid.
Het VO is tevens in de gelegenheid gesteld zich een mening te vormen over niet-advies-plichtige onderwerpen en daarover met het bestuur van gedachten te wisselen en op deze manier ook zijn inbreng te leveren. Het VO is voor zijn functioneren mede afhankelijk van de informatievoorziening door of namens het bestuur. Belangrijk is dat het bestuur het VO proactief en vroegtijdig door middel van regulier en zo nodig incidenteel overleg betrekt. Onderwerpen betreffen (in ontwikkeling zijnde) beleidsissues en andere belangrijke zaken en het bestuur geeft in het algemeen het VO daarmee ruimte om zijn oordeelsvorming voor te bereiden en (eventueel) vroegtijdig input te leveren.
Het oordeel van het VO is gebaseerd op de argumentatie verwoord in de (voorgenomen) besluiten, op conclusies die het VO trekt uit het overleg met het (dagelijks) bestuur, de operationeel bestuurders en ook de Raad van Toezicht. Verder vormt het VO zijn oordeel door bestudering van alle relevante fondsdocumenten en periodieke rapportages alsmede het (concept) bestuursverslag en de jaarrekening. Om te komen tot een gedegen oordeel maakt het VO gebruik van een in 2021 ontwikkeld toetsingskader.
Het VO constateert voor 2022 dat het veel informatie vooraf krijgt, wordt bijgepraat over beleidsvoornemens en natuurlijk de besluiten, of in geval van adviesrecht de voorgenomen besluiten.
De in 2022 genomen bestuursbesluiten zijn door het VO als evenwichtig beoordeeld, maar voor het VO is het van belang vooraf meer zicht te krijgen op de manier waarop het bestuur veelal een keuze maakt tussen diverse opties en scenario’s en welke kaders als uitgangspunt worden gehanteerd om beargumenteerd tot de uiteindelijke keuze te komen. Een aan de hand hiervan uitlegbare keuze kan in voorkomende gevallen de acceptatie bij de (gewezen) deelnemers bevorderen zelfs wanneer deze liever een ander besluit hadden gezien. Een dergelijk kader helpt bij de beoordeling van de evenwichtigheid van het desbetreffende besluit.
De informatie die het VO van het bestuur bij adviesaanvragen ontvangt dient het VO inzicht te geven in de door het bestuur gemaakt afwegingen. Op aandringen van het VO ontving het VO gedurende 2022 naast een voorlegger waarin de adviesaanvraag wordt geduid ook het beslisdocument waarin de door het bestuur te maken afwegingen zijn verwoord. Het VO pleit ervoor om deze handelswijze te continueren.
Aanbeveling
Follow up aanbevelingen over 2021 (in 2022)
De door het VO gedane aanbevelingen zijn in belangrijke mate door het bestuur uitgevoerd dan wel nog onderhanden. Als het gaat om de door het VO benoemde speerpunten constateren we dat de voortgang van de WTP-transitie ondanks druk van het bestuur op sociale partners in 2022 vertraagd is. Wel is eind 2022 een uitgewerkte versie van een concept plan van aanpak WTP-transitie verschenen waarin alle te zetten stappen met de daarbij behorende stakeholders zijn benoemd. De door het fonds in hun Eigen Risico Beoordeling (ERB) benoemde management acties zijn voor 2022 niet allemaal uitgevoerd. Ook de communicatie over de toeslagverlening heeft blijvende aandacht nodig, met name als het gaat om het managen van de verwachtingen van de (gewezen) deelnemers.
Strategische Ontwikkelingen
Mede ingegeven door de toekomstige ontwikkelingen, zoals de WTP, omgevingsrisco’s door ontwikkelingen bij de werkgever en aangesloten ondernemingen en governance risico’s als het gaat om de bestuurlijke capaciteit die nodig is voor het realiseren van de (strategische) doelen van het fonds, is het bestuur gestart met een strategische heroriëntatie. Alhoewel het WTP traject in de tijd gezien een hogere prioriteit heeft, is het nadenken over de mogelijke opties voor de toekomstige positionering van het fonds en de daarbij behorende governance een belangrijke zaak.
Oordeel
Het VO onderschrijft het belang om nu al na te denken over mogelijke scenario’s en de consequenties daarvan voor het fonds ook al zal een strategische herpositionering waarschijnlijk pas aan de orde zijn na afronding van het WTP-traject.
Aanbeveling
Governance
Vanwege de toenemende werkdruk voor het bestuur als gevolg van externe ontwikkelingen heeft het bestuur gezocht naar versterking zonder daarbij het bestaande paritaire bestuursmodel te wijzigen. Dit heeft geresulteerd in de benoeming van twee operationeel bestuurders die meer tijd beschikbaar hebben voor het besturen van het fonds: een operationeel bestuurder Pensioenen & Communicatie en een operationeel bestuurder Beleggingen. Om die reden heeft het bestuur ook zijn werkwijze gewijzigd en (nieuwe) charters voor het overleg operationeel bestuurders en de verschillende commissies vastgesteld. In deze charters zijn taken en bevoegdheden alsmede de mandaten beschreven. Deze aanpassingen zijn gericht op het optimaliseren van de operationele taken van het bestuur. De eindverantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van het beleid ligt nadrukkelijk bij het voltallige bestuur.
Het beloningsbeleid is onder andere aangepast aan de nieuwe governance structuur en de daarbij behorende inbedding van de operationele bestuurders. Daarnaast is voor alle leden van de fondsorganen de Wet Normering topinkomens (WNT-norm) als een maximum beloning ingevoerd. De voorstellen en beslisdocumenten betreffende die aanpassingen zijn aan het VO voorgelegd en na contact met de Raad van Toezicht heeft het VO positief geadviseerd.
In het kader van een marktverkenning als gevolg van de strategische heroriëntatie van het fonds diende vanwege het potentieel optreden van de (schijn van) belangenverstrengeling onverwacht twee nieuwe leden voor de Raad van Toezicht te worden gezocht en benoemd. Op voordracht van het VO zijn Marlies van Loon en Cor van der Sluis per 15 juli 2022 benoemd als lid respectievelijk voorzitter van de Raad van Toezicht.
Oordeel
Het VO is positief over de aandacht die het bestuur heeft voor het organiseren van voldoende bestuurlijke capaciteit gezien de majeure inspanningen die nodig zijn in het kader van de WTP transitie en het nadenken over de toekomstige positionering van het fonds.
Aanbevelingen
Pensioenen
De in 2019 voor de periode 2021/2022 overeengekomen uitvoeringsovereenkomst werd met één jaar verlengd en stopt definitief eind 2023.De afspraak rond M-1 uit de uitvoeringsovereenkomst (de impact van de pensioenopbouw op de dekkingsgraad over de periode 2021/2025 te beperken tot een daling van 1% punt) blijft tot en met 2022 binnen de geaccordeerde ruimte. Naleving van deze afspraak is belangrijk en zal door het VO kritisch gevolgd worden.
Het VO is tijdig geïnformeerd over de te volgen route met betrekking tot de in 2022 te nemen toeslagenbesluiten. Het is aan het bestuur om op basis van evenwichtigheid, rekening houdend met alle belanghebbenden, een keuze te maken. Daarbij is het niet mogelijk om alleen op basis van kwantitatieve argumenten en berekeningen tot een keuze te komen. Ook kwalitatieve argumenten spelen een rol. Het bestuur heeft het VO uitgebreid geïnformeerd over de door het bestuur overwogen alternatieven en de genomen besluiten.
Het zou het VO geholpen hebben als het bestuur, zoals benoemd in de eerste aanbeveling, een vooraf gedefinieerd kader voor zijn besluitvorming inzake toeslagen aan het VO ter beschikking had gesteld. Dit om de afwegingen die door het bestuur zijn gemaakt bij de overweging van de evenwichtigheid van de verschillende scenario’s beter te kunnen duiden.
Het VO stelt vast dat de door sociale partners voor de pensioenregeling geformuleerde ambitie, te weten volledige indexatie van prijs- dan wel looninflatie voor gepensioneerden c.q. actieven, ook dit jaar niet (volledig) gerealiseerd is. Verder was er een (historisch) groot verschil tussen de toegekende indexatie van deelnemers (+3,11%) en gepensioneerden/gewezen deelnemers (+10,02%).
Oordeel
Het bestuur heeft het VO geïnformeerd over het genomen besluit over het toeslagenbeleid tot de invoering van de WTP en de toeslagverlening 2023. Daarbij heeft het bestuur het VO inzicht gegeven in de afwegingen die gemaakt zijn bij de gemaakte keuze. Het bestuur heeft in zijn afwegingen meerdere scenario’s meegenomen. Het is aan het bestuur om op basis van evenwichtigheid, rekening houdend met alle belanghebbenden, te besluiten. Het VO vormt achteraf een oordeel over de evenwichtigheid van het bestuursbesluit.
Een onderbouwing van de evenwichtige belangenafweging aan de hand van een helder toetsingskader helpt het VO bij zijn oordeelsvorming. Temeer daar het vaststellen van de evenwichtigheid geen kwestie is van het toetsen aan voor iedereen duidelijke, vooraf vastgestelde en liefst kwantitatieve normen, maar een proces waarbij het bestuur op basis van een open norm tot een afweging moet komen.
Het VO heeft als het gaat om toeslagen geen instemmings- of adviesrecht. Binnen het VO zijn de diverse geledingen van deelnemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigd en tijdens de discussies bleek dan ook als het gaat om de kwalitatieve afweging van argumenten dat niet ieder VO lid daarbij tot eenzelfde afweging komt en dat persoonlijk inzicht kan verschillen.
Het VO is wel gezamenlijk van oordeel dat het bestuur de beleidsvoorbereiding en besluitvorming in deze zorgvuldig doorlopen heeft en bij de uitwerking de evenwichtigheid nadrukkelijk in zijn beschouwingen heeft meegenomen.
Aanbeveling
Communicatie
In vervolg op het in 2021 nieuw opgestelde Communicatiebeleidsplan 2021-2023 heeft het bestuur in 2022 bouwstenen voor de communicatiestrategie ontwikkelt, welke als basis dienen voor de diverse communicatieplannen teneinde op deze manier op een consistente wijze te communiceren.
Het VO constateert, mede door de betrokkenheid van het dagelijks bestuur en de commissie Pensioenen en Communicatie, dat het eigenaarschap voor de communicatie-uitingen in 2022 duidelijker bij het bestuur lag. Het streven is ook om meer diepgang in de communicatie te krijgen zonder afbreuk te doen aan de toegankelijkheid. De diverse communicatieplannen zijn voorafgaand aan vaststelling door het bestuur besproken met het VO. Het ESG beleid is in een aparte presentatie op de website helder toegelicht en is daarmee minder technisch en beter leesbaar dan de informatie in het populaire jaarverslag over 2021.
De communicatie aanpak rondom het deelnemers onderzoek, waarbij in eerste instantie per abuis een deel van de deelnemers niet werd meegenomen verdient aandacht, zeker daar in het kader van de WTP nog meer van deze onderzoeken zullen plaatsvinden.
Oordeel
Het VO is van oordeel dat het bestuur in 2022 veel aandacht gehad heeft voor communicatie en maatregelen genomen heeft om het eigenaarschap hiervan bij het bestuur beter te verankeren. Tegelijkertijd blijft het een uitdaging om toegankelijk en overzichtelijk naar (gewezen) deelnemers te communiceren.
Aanbeveling
Beleggingen
Het door het bestuur gehanteerde economisch wereldbeeld dat de basis is voor het lange termijn beleggingsbeleid werd door het bestuur in 2022 geëvalueerd waarbij ook gekeken is naar stressscenario’s. Deze evaluatie leidde niet tot aanpassingen in het beleggingsbeleid, maar niet uitgesloten wordt dat dit op een later moment wel aan de orde is op basis van lopende ALM analyses.
Op het gebied van het door het fonds nagestreefde duurzaamheidsbeleid werd in 2022 weer een aantal stappen gezet. Zo werd een target-allocatie vastgesteld voor impact-bonds (beleggingen in leningen met betrekking tot activiteiten met een specifieke positieve impact op bijvoorbeeld onze gezondheid, klimaat en/of samenleving), werd het engagement beleid aangescherpt en volgde het bestuur, een aantal VO leden en een Raad van Toezicht-lid een in samenwerking met SPO opgezette ESG-opleiding en kennissessie. In de jaarlijkse benchmark van VBDO van pensioenfondsen op het gebied van ESG steeg PDN naar plek acht.
Een belangrijk onderdeel van het beleggingsbeleid betreft de renteafdekking. Terwijl door de relatief lagere rente afdekking de dekkingsgraad de afgelopen jaren onder druk stond resulteerde dit voor 2022 in een forse stijging van de dekkingsgraad waardoor indexatie na vele jaren weer mogelijk werd. Overigens werd op basis van het bestaande rente afdekkingsbeleid van het fonds in de loop van het jaar de rente afdekking verhoogd.
Het fondsrendement over 2022 was (met -13,8%) iets minder negatief dan de benchmark (van -15,0%), zowel in totaal als voor de onderliggende matching- en rendementsportefeuilles.
Door de gestegen rente heeft het negatieve rendement echter niet geresulteerd in een afname van de dekkingsgraad. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne werden alle beleggingen in Russische staatsobligaties, aandelen en bedrijfsobligaties in de loop van het jaar uitgesloten en werden bestaande posities afgebouwd.
Oordeel
De gemaakte beleidskeuze met betrekking tot het beleggingsbeleid met in het bijzonder de beperktere rente afdekking heeft ondanks een negatief fondsrendement geleid tot een forse stijging van de dekkingsgraad. Verder is het VO positief over de ontwikkelingen van het duurzaamheidsbeleid van het fonds en hoe het VO is meegenomen in de kennissessie.
Aanbeveling
Risicobeheer
PDN identificeert en beoordeelt in een driejaarlijkse cyclus de risico’s op strategisch, financieel en operationeel niveau door middel van een Risk en Control Assessment en aan de hand van een systematische integriteitsanalyse tool (SIRA). Jaarlijks vindt een actualisatie plaats om vast te stellen of alle risico’s voldoende in beeld zijn en of aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn. Mede vanwege regelgeving op het gebied van uitbesteding werd de dienstverlening door de uitvoeringsorganisatie DPS zoals gebruikelijk ook dit jaar geëvalueerd zowel op kwaliteit van dienstverlening maar ook op mogelijke risico’s in de uitvoering van de dienstverlening aan het fonds. Door de samenloop van de projecten met betrekking tot de WTP transitie en de toekomstvisie van het fonds en de uitvoeringsorganisatie heeft het bestuur extra risicoanalyses uitgevoerd om mogelijke hieraan verbonden risico’s in kaart te brengen en zo nodig aanvullende beheersmaatregelen te treffen.
In 2021 heeft PDN de door DNB voorgeschreven Eigen Risico Beoordeling (ERB) uitgevoerd. Dit is een integrale analyse en beoordeling van de risico’s waaraan het fonds blootstaat en van de effectiviteit van het vigerend risicobeheer. De ERB heeft een horizon van drie jaar. In de ERB is een aantal acties benoemd voor 2022 maar ook triggers die aanleiding kunnen zijn om als die geraakt worden actie te ondernemen.
In 2022 zijn geen triggers geraakt, maar niet alle voor dit jaar geplande acties zijn uitgevoerd. In de ERB zijn een tweetal pensioen gerelateerde management acties benoemd voor 2022. Het gaat hierbij om de definitie van evenwichtige belangenafweging in het kader van de nieuwe uitvoeringsovereenkomst en een onderzoek naar de onderlinge relatie en spanning tussen premie/toeslag ambitie en risico bij het beleggingsbeleid. Het VO gaat ervan uit dat deze punten in 2023 tijdig worden opgepakt.
Te constateren valt dat de complexiteit van de uitvoering de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen en dat dit proces zich ook in de toekomst zal voortzetten. De pensioenuitvoering is in grote mate uitbesteed aan DPS. Het is van belang de continuïteit van de dienstverlening, zeker ook gezien het aankomende WTP-transitietraject, te secureren en periodiek de uitbestedingsrisico’s te monitoren.
Oordeel
Het VO is positief over de systematische uitvoering van het risicobeheer en vertrouwt erop dat het bestuur tijdig opvolging geeft aan de uitvoering van de openstaande acties en hier het VO in blijft meenemen.
Aanbeveling
Samenvattend oordeel
Het VO is van oordeel dat het in 2022 door het bestuur vastgestelde beleid en de genomen bestuursbesluiten in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden zijn. Bij het nemen van besluiten heeft het bestuur de afweging van belangen van alle belanghebbenden expliciet meegenomen in zijn besluitvormingsproces. Het VO pleit ervoor om bij belangrijke besluiten meer inzicht te geven hoe het bestuur tot een evenwichtige belangenafweging is gekomen en op basis van welk beleid(skader) en daarop gebaseerde criteria het bestuur zijn besluiten genomen heeft. Ook in de communicatie door het fonds dient meer aandacht te zijn voor de uitlegbaarheid van de genomen besluiten en hoe in de afweging van deelbelangen het bestuur zijn keuze op een evenwichtige manier voor alle belanghebbenden heeft gemaakt.
Speerpunten VO 2023
De belangrijkste speerpunten waarop het VO in 2023 wil focussen, zijn:
Het gehele VO oordeel is gepubliceerd in het PDN Jaarverslag 2022 onder downloads op de PDN website.
Inleiding
Het bestuur heeft kennisgenomen van de bevindingen en aanbevelingen van het Verantwoordingsorgaan (VO) in het beoordelingsrapport over 2022. De actieve rol van het VO en de geregelde overleggen met het bestuur, stellen het bestuur mede in staat om zijn taken zorgvuldig, evenwichtig en in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden uit te voeren.
In 2022 heeft Harry Govers zijn lidmaatschap opgezegd. Meindert Dijkstra is inmiddels toegetreden tot het VO als zijn opvolger. Het bestuur kijkt uit naar de samenwerking met Meindert en wenst hem succes bij zijn nieuwe rol als lid van het verantwoordingsorgaan.
In zijn oordeel over 2022 heeft het VO een aantal bevindingen en aandachtspunten opgenomen en speerpunten voor 2023 geformuleerd. Het VO heeft het oordeel besproken met een afvaardiging van het bestuur en toegelicht in de jaarvergadering. Een samenvatting van de bestuursreactie is toegevoegd aan het jaarverslag.
Samenvattend oordeel van het VO
Het bestuur dankt het VO voor het positieve samenvattende oordeel en de constatering dat het in 2022 door het bestuur vastgestelde beleid en de genomen bestuursbesluiten in het belang van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden zijn. Bij het nemen van besluiten handelt het bestuur op evenwichtige wijze door de belangen van alle belanghebbenden mee te nemen in zijn besluitvorming. In het verlengde daarvan oordeelt het VO dat het fonds in zijn communicatie meer aandacht moet besteden aan de uitlegbaarheid van de besluiten en hoe het bestuur de deelbelangen heeft afgewogen bij de besluiten die het fonds heeft genomen.
Het bestuur richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij PDN betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de werkgever en zorgen ervoor dat zij zich door hen op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. Dat is de wettelijke taak die op het bestuur rust. Het bestuur herkent de wens om een beleidskader te ontwikkelen rondom evenwichtige belangenafweging, dat handvatten biedt om nog meer expliciet te maken hoe het bestuur bij belangrijke besluiten de belangen heeft afgewogen. Een dergelijk beleidskader kan in dat geval ook dienen als basis voor de wijze waarop het bestuur communiceert over de belangrijke besluiten die het fonds neemt.
Het bestuur zal in het najaar van 2023 stappen zetten om uitgangspunten te formuleren voor een dergelijk beleidskader, maar zal tegelijkertijd waakzaam zijn dat een dergelijk beleidskader recht doet aan verantwoordelijkheid die fonds draagt bij de invulling van wet- en regelgeving en de statuten en reglementen van het fonds.
Adviesvoorbereiding Verantwoordingsorgaan
Het bestuur onderschrijft het belang dat het VO goed geïnformeerd moet worden om zijn adviesrol goed te kunnen te vervullen. Eind 2022 heeft het bestuur daarom de adviesaanvragen voor VO anders vormgegeven. Het VO ontvangt naast de beslisdocumenten en de onderliggende bestuursstukken eveneens een voorlegger. In deze voorlegger is onder meer het voorgenomen besluit van het bestuur geformuleerd evenals de afwegingen die het bestuur heeft gemaakt. Hoewel de voorlegger pas geïntroduceerd is, denkt het bestuur dat met deze vorm van informeren het bestuur tegemoet komt aan de informatiebehoefte van het VO. Mocht het bestuur komen tot een beleidskader rondom evenwichtige belangenafweging, dan kan de wijze waarop het bestuur dit beleidskader heeft gebruikt onderdeel worden van de voorlegger.
Strategische ontwikkelingen
Juist in een turbulente omgeving, zoals de pensioenwereld, is het van belang om periodiek de strategische koers van het fonds te bepalen in het belang van de aangesloten werkgevers en de pensioen- en aanspraakgerechtigden. Het bestuur blijft nadenken over zijn strategische opties met als prioriteit de WTP-transitie.
Governance
Het bestuur heeft per 1 september 2022 de slagkracht van het bestuur versterkt door binnen het paritaire bestuursmodel twee operationeel bestuurders aan te stellen die zich, gebaseerd op hun ruime kennis, ervaring en beschikbare tijd, richten op de bedrijfsvoering van PDN. Het bestuur is voornemens in het voorjaar van 2023 te evalueren hoe de introductie van twee operationeel bestuurders binnen het paritaire bestuursmodel van PDN werkt. In 2023 heeft het bestuur vervolginitiatieven genomen, die zijn gericht op verdere wijzigingen in de governance, bijvoorbeeld het aanstellen van een onafhankelijk voorzitter.
Het VO heeft met de operationeel bestuurders een vast aanspreekpunt gekregen om de lopende zaken mee te bespreken. Dat laat onverlet dat het bestuur het onderlinge persoonlijke contact tussen de bestuursleden en het VO belangrijk vindt. Het bestuur zal in afstemming met het VO zoeken hoe de bestuursleden en het VO functioneel, efficiënt en constructief met elkaar in gesprek blijven treden.
Pensioenen, Communicatie en Beleggingen
Het VO doet drie aanbevelingen die raken aan de wijze waarop PDN communiceert met zijn pensioen- en aanspraakgerechtigden. Samengevat beveelt het VO aan om:
Het bestuur erkent dat communiceren over pensioen een punt van aandacht is en blijft voor PDN. Het bestuur ziet het als een uitdaging om de pensioen- en aanspraakgerechtigden in de door het VO aangehaalde punten op een begrijpelijke, duidelijke en evenwichtige wijze in mee te nemen. Het bestuur wil samen met het VO (blijven) onderzoeken op welke punten PDN zijn communicatie op dit punt verder kan verbeteren.
Risicobeheer
De eigenrisicobeoordeling (ERB) die PDN in 2021 heeft uitgevoerd, heeft geresulteerd in een aantal verbeterpunten om de geconstateerde risico’s verder te mitigeren. De verbeteracties uit de ERB worden gefaseerd opgepakt op de momenten dat ze relevant zijn bij de beleidsvoorbereiding. Dit vindt in 2023 plaats. In lijn met de verbeteracties wil het bestuur benadrukken dat het fonds in toenemende mate projectgerichte risicoanalyses maakt om op deze wijze in een vroeg stadium mitigerende maatregelen te kunnen nemen. Onder meer het uitbestedingsrisico waar het VO aan refereert, krijgt in deze risicoanalyses veel aandacht en staat daarmee hoog op de agenda van het bestuur. Dat alles laat onverlet dat het bestuur aandacht houdt voor de verbeterpunten - voor zover nog relevant - uit de ERB.
Tot slot
Het bestuur dankt het VO voor het delen van hun bevindingen en aanbevelingen. Het bestuur is het VO zeer erkentelijk voor zijn inzet in 2022, zijn betrokkenheid en de constructieve gesprekken. Het bestuur kijkt met vertrouwen uit naar de voortzetting van de open en nauwe samenwerking.
Het bestuur heeft het VO geïnformeerd over het genomen besluit over het toeslagenbeleid tot transitie naar de nieuwe wet pensioenen en de toeslagverlening 2023. Daarbij heeft het bestuur het VO inzicht gegeven in de afwegingen die gemaakt zijn bij de gemaakte keuze. Het bestuur heeft in haar afwegingen meerdere scenario’s meegenomen. Het is aan het bestuur om op basis van evenwichtigheid, rekening houdend met alle belanghebbenden, een keuze te maken. Daarbij is het niet mogelijk om alleen op basis van kwantitatieve argumenten en berekeningen tot een keuze te komen. Ook kwalitatieve argumenten spelen een rol. Het bestuur heeft haar argumentatie en de daarbij gehanteerde kwantitatieve en kwalitatieve argumenten met ons gedeeld.
Het VO heeft als het gaat om toeslagen geen instemmings- of adviesrecht. Wel dient het VO zich een mening te vormen over het door het bestuur geformuleerde beleid en de uitvoering daarvan. Deze mening wordt meegenomen in het jaarlijks af te geven oordeel over het bestuursbeleid en wordt ook in het jaarverslag van PDN gepubliceerd.
Zowel in het vooroverleg van het VO als het gezamenlijk overleg met het bestuur zijn alle scenario’s die het bestuur in haar besluitvormingsproces heeft meegenomen aan de orde geweest. Binnen het VO zijn de diverse geledingen van deelnemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigd en tijdens de discussies bleek dan ook, als het gaat om de kwalitatieve afweging van argumenten, dat niet ieder van ons daarbij tot een zelfde afweging komt en dat persoonlijk inzicht kan verschillen.
Het VO is wel gezamenlijk van oordeel dat het bestuur de beleidsvoorbereiding en besluitvorming in deze zorgvuldig doorlopen heeft en bij de uitwerking de evenwichtigheid nadrukkelijk in haar beschouwingen heeft meegenomen.
Het VO realiseert zich dat de uitkomst van het gekozen beleid en het genomen besluit niet voor ieder tot een zelfde resultaat leidt. Dit geldt zowel als gekeken wordt naar het teleurstellend grote verschil aan toeslag voor actieven ten opzichte van pensioengerechtigden en slapers als situaties die zich in specifieke individuele gevallen kunnen voordoen. Daarbij past wel de constatering dat binnen de geldende reglementaire afspraken van sociale partners, wet en regelgeving en fiscale grenzen ook allerlei beperkingen van toepassing zijn die hierbij een rol gespeeld hebben.
Het VO heeft bij het bestuur er op aangedrongen helder naar (ex)deelnemers en gepensioneerden te communiceren op basis van welke argumenten het bestuur haar keuze gemaakt heeft.
In februari, maart en april heeft het VO meerdere vergaderingen gehad onder andere met de Raad van Toezicht en een vertegenwoordiging van het bestuur. In maart vond de half jaarlijkse bijeenkomst met de RvT plaats, waarbij met name de concept oordelen van de RvT over het functioneren van het bestuur en het concept oordeel van het VO over het door het bestuur gevoerde beleid aan de orde waren. Goed om te constateren dat de RvT en het VO op belangrijke dossiers in grote lijnen hetzelfde denken. De definitieve oordelen zullen in de jaarvergadering in mei, waarbij de jaarstukken aan de orde zijn, met het hele bestuur gedeeld worden.
In de vergaderingen met de RvT en bestuursdelegatie is ook stil gestaan bij meerdere actuele onderwerpen.
Het bestuur heeft aangegeven de werkwijze van het bestuur te gaan veranderen, in die zin, dat een tweetal bestuurders meer tijd kunnen besteden aan operationele zaken zodanig dat het complete bestuur voldoende tijd heeft om zich bezig te houden met alle belangrijke en toekomst gerichte dossiers. Wij als VO staan achter deze aanpassing gezien de complexiteit en veelheid van zaken die nu en in de naaste toekomst spelen.
Getriggerd door een herijking van de pensioenvisie voor de toekomst bij DSM wil het PDN bestuur nu de mogelijkheden verkennen wat mogelijke scenario’s zijn voor de toekomst van het fonds. Het bestuur heeft ons de afgelopen vergaderingen bijgepraat over de status van het onderzoek en toegezegd dat de komende tijd te blijven doen.
Ook de transitie naar de nieuwe pensioeninrichting op basis van de nog in behandeling zijnde Wet Toekomst Pensioenen houdt ons bezig. Het bestuur heeft al voorbereidende acties gestart en houdt ons op de hoogte van de voortgang. Belangrijk voor de voortgang is dat sociale partners tot overeenstemming komen over de nieuwe regeling en de keuze om daadwerkelijk te kiezen voor de transitie.
Het communicatie beleid is opnieuw aan de orde geweest, waarbij we als VO aandacht blijven vragen voor een communicatie die vertrekt vanuit de behoefte van de deelnemer om zijn pensioentoekomst te begrijpen en die hem aanzet tot nadenken over zijn situatie en mogelijkheden om zonodig zelf actie te ondernemen.
Het VO bereidt zichzelf middels kennissessies over de Nieuwe Wet Toekomst Pensioenen voor om de ongetwijfeld complexe materie en de keuzes die sociale partners en bestuur zullen moeten maken te kunnen begrijpen en vooral ook te kunnen beoordelen op de evenwichtige belangenbehartiging van alle belanghebbenden van het fonds. Een eerste sessie heeft plaatsgevonden in april.
Het VO kwam in januari al meerdere malen bijeen. Tijdens het reguliere overleg met een bestuursdelegatie werd stilgestaan bij de stand van zaken van de door het VO gedane aanbevelingen voor 2021. Met name de aanbevelingen die betrekking hadden op het transitietraject naar de nieuwe toekomstige pensioenregeling zijn slechts ten dele uitgevoerd door vertraging in het wetgevingstraject. Ook onze aanbevelingen op het gebied van het communicatiebeleid zijn niet volledig gerealiseerd. De nog openstaande punten zal het VO meenemen in zijn aanbevelingen voor 2022.
Tijdens de vergadering werd er door het VO op gewezen dat er momenteel veel publiciteit is over mogelijke ruimere regels voor indexatie van al opgebouwde rechten. Tezamen met de stijgende dekkingsgraad leidt dat tot verwachtingen bij onze (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. Het VO vindt het extra pijnlijk dat het fonds, zeker nu de inflatie oploopt, wederom de met sociale partners overeengekomen ambitie op het gebied van indexatie niet kan waarmaken. Door het VO is het belang van transparante communicatie over dit onderwerp uitdrukkelijk bij het bestuur onder de aandacht gebracht.
Een aparte sessie met een bestuursdelegatie werd gewijd aan de financiële situatie van het fonds. Daarbij is gekeken naar de financiële resultaten die door het fonds bij het gekozen beleid ten opzichte van de te verwachten resultaten (de benchmarks) gerealiseerd zijn. In totaal laten de resultaten een licht betere performance zien dan de benchmark. Op onderdelen zijn er plussen en minnen. Ook werd gekeken naar hoe de financiële situatie van PDN zich verhoudt tot andere fondsen in Nederland en met name ook andere ondernemingspensioenfondsen. Daar waar andere fondsen een betere dekkingsgraad laten zien en daardoor (deels) ook hebben kunnen indexeren, is indexatie bij PDN al jaren niet aan de orde. De oorzaak daarvoor is gelegen in een combinatie van factoren.
Door het VO is verder een aparte vergadering georganiseerd om stil te staan bij de rol van het VO in het aanstaande transitietraject naar een nieuwe toekomstige pensioensituatie. Daarbij is belangrijk dat het VO voldoende kennis in huis heeft om dit ingewikkelde en langjarig traject te kunnen volgen en om tijdig zijn inbreng te kunnen leveren. Het VO gaat zich oriënteren over de mogelijkheden om de vereiste kennis op te bouwen.
Het VO is in de maanden november en december 2021 een aantal keren (virtueel) bij elkaar gekomen. In november heeft de halfjaarlijkse bijeenkomst met de Raad van Toezicht plaatsgevonden waarbij de stand van zaken met betrekking tot het fonds en de (gezamenlijke) speerpunten zijn besproken. Als een van de actiepunten uit de zelfevaluatie heeft het VO in aanvulling op het reeds bestaande normenkader een VO toetsingskader uitgewerkt dat met de leden van de Raad van Toezicht is besproken. De Raad van Toezicht geeft aan dat het opgestelde document een goed beeld geeft van de rolinvulling en het functioneren van het VO. Een onderdeel uit het toetsingskader betreft het formuleren van onderwerpen waarover ten behoeve van een betere beeldvorming door de VO-leden verdieping is gewenst. Relevante onderwerpen komen aan de orde in separate themasessie, waarin (in overleg met het dagelijks bestuur) bestuursleden, medewerkers van DPS of andere uitgenodigd kunnen worden het betreffende onderwerp toe te lichten. Zo heeft er in december een themasessie plaatsgevonden met betrekking tot de beleggingen van het fonds met speciale aandacht voor de stand van zaken van het ESG-beleid.
In de reguliere VO-vergadering is door een bestuursvertegenwoordiging een update gegeven van de stand van zaken en zijn bestuursbesluiten en relevante zaken, waaronder de status van het transitietraject wet toekomst pensioenen, toegelicht. Mede naar aanleiding van de resultaten uit het deelnemersonderzoek heeft het VO uitdrukkelijk communicatie als thema bij het bestuur onder de aandacht gebracht.
Op 13 oktober is het VO weer bijeengekomen. In de vergadering is met name het thema communicatie besproken. In het kader van dit thema heeft bestuurslid M. van Heeswijk een specifieke toelichting gegeven omtrent de status van de communicatie strategie, maar zij heeft ook gereflecteerd op de geplande stappen hoe concrete speerpunten die zijn aangedragen door het VO naar aanleiding van ons recente advies zullen worden vormgegeven. Afgesproken is dat het bestuur het VO komend jaar pro-actief om input zal vragen bij dit proces en dat er meerdere contactmomenten zullen worden gepland. Daarbij zal het voordeel zijn dat het VO snel geïnformeerd is, en dat het bestuur direct inbreng verneemt van het VO en zo de lijnen kort zullen blijven. Naast dit onderwerp heeft het VO een constructieve uitwisseling van gedachten gehad met de aanwezige bestuursleden over de financiële situatie van het fonds in het algemeen alsmede de bestuursprioriteiten, waarbij het VO constateert dat het de komende periode actief de voortgang en ontwikkelingen zal monitoren, bijvoorbeeld ten aanzien van het nieuwe pensioencontract.
Het VO is in de afgelopen maanden (april tot en met juni) een aantal malen virtueel bij elkaar gekomen. Helaas was het nog niet mogelijk elkaar te ontmoeten. Er heeft zich een aantal personele wijzigingen in het VO voorgedaan. Na het vertrek van Martin Aertsen uit het VO is eerstvolgende gekozene uit de verkiezingen, Albert Noteborn, per 1 april 2021 benoemd als VO-lid namens pensioengerechtigden. Ruud van Ool, aftredend op 1 juni 2021, is opgevolgd door Peter Coomans als VO-lid namens werkgever.
Nadat de VO-leden in april gesprekken hebben gevoerd met de Raad van Toezicht, accountant en actuarissen van het fonds hebben zij hun oordeel over 2020 definitief vastgesteld. De Raad van Toezicht heeft in het halfjaarlijks overleg met het VO verantwoording afgelegd over de uitgevoerde taken en bevoegdheden. Ter afsluiting van de jaarcyclus hebben de VO-leden de (virtuele) jaarvergadering van het fonds bijgewoond, waarbij zij hun bevindingen en oordeel over 2021 aan het bestuur hebben gepresenteerd. Het oordeel en de reactie van het bestuur hierop zijn terug te vinden in het jaarverslag dat te raadplegen is onder de downloads op deze site. Bovendien is het VO-oordeel terug te vinden in het Jaarbericht PDN 2020.
In de junivergadering is vooral de aandacht uitgegaan naar de uitwerking van de actiepunten uit de zelfevaluatie van het VO. Een nadere invulling van het VO toetsingskader zal in de komende tijd worden uitgewerkt. Daarnaast heeft het VO veel tijd besteed aan het communicatiebeleidsplan 2021-2023 dat voor advies door het bestuur is voorgelegd. Duidelijke, heldere communicatie naar alle betrokkenen is voor het VO een belangrijk speerpunt, zeker met het oog op de aankomende wijzigingen vanuit de Wet toekomst pensioenen. Het VO heeft een wettelijk adviesrecht over het communicatiebeleid en zal dit nauwgezet blijven volgen.
Omdat er recentelijk nieuwe informatie beschikbaar was gekomen vanuit de overheid ten aanzien van het nieuwe pensioenstelsel, heeft de bestuurssecretaris van het PDN het VO op de hoogte gebracht van de inhoud van het pensioenakkoord en met name welke impact dit zal hebben op het VO (en de RvT). Bestuursleden T. de Boer en E. Schippers waren tevens aanwezig gedurende deze presentatie waarbij ook de gelegenheid was om vragen te stellen. Het is duidelijk geworden dat het VO een paar belangrijke uitbreidingen van zijn adviestaak zal krijgen tijdens de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel. Veel vereisten zijn echter nog niet gereed en het blijft van belang de ontwikkelingen te volgen. Het Bestuur heeft toegezegd het VO te informeren zodra meer zaken duidelijk zijn en zal een planning gaan maken die met het VO zal worden gedeeld zodra deze gereed is. Nadat het Bestuur de vergadering had verlaten heeft M. van Boom, bestuurslid en voorzitter van de Commissie Beleggingen het VO een verdere toelichting gegeven op de beleggingsplannen 2021 van het fonds. Hierbij kwamen ook de prestaties van het fonds aan de orde en heeft het VO een aantal vragen ter verduidelijking gesteld, die allen voldoende zijn beantwoord. De vergadering werd afgesloten door het bespreken van het concept van het VO oordeel voor 2020.
Bij aanvang van de VO vergadering in maart heeft de voorzitter medegedeeld dat dhr. Martin Aertsen met directe ingang zijn werkzaamheden voor het VO heeft neergelegd wegens gezondheidsredenen. De leden van het VO betreuren dit zeer en bedanken Martin voor zijn jarenlange inzet voor het VO alsmede zijn constructieve houding en zeer gewaardeerde collegialiteit.
Recentelijk heeft het VO een zelfevaluatie uitgevoerd begeleid door een externe partij. De leden van het VO hebben deze sessie als erg nuttig ervaren waarbij kritisch is gekeken naar de onderlinge dynamiek en samenwerking, en waar zeker ook waardering voor elkaars inbreng en bijdrage is uitgesproken. De evaluatie werd afgesloten met een aantal concrete actiepunten voor 2021. Een van deze actiepunten was het helder verdelen van de speerpunten 2021 in de wettelijke adviestaken en meer algemene kennis/themasessies om de eerdergenoemde wettelijke taken goed uit te kunnen voeren. Tevens heeft het VO in de vergadering uitgebreid aandacht besteed aan het concept oordeel voor 2020 waarbij alle leden reeds in de periode daarvoor hun inbreng op de formulering van de onderbouwing en het oordeel hadden gegeven. Het concept oordeel is later in de vergadering ook uitgebreid besproken met het dagelijks bestuur. Het oordeel zal in een latere fase definitief worden gemaakt bij het afronden van de PDN jaarverantwoording over 2020.
Op 10 november is het VO alweer virtueel bijeengekomen om een aantal zaken te bespreken waarover snelle oordeelsvorming van belang was, zoals ook al benoemd in het vorige overleg. Voor ons lag de nieuwe uitvoeringsovereenkomst die het Bestuur met DSM wilde overeenkomen en die ook de basis vormt voor de aansluitingsovereenkomsten met de overige deelnemende bedrijven.
Om deze uitvoeringsovereenkomst goed te kunnen beoordelen heeft het VO kennis genomen van de afzonderlijke elementen die hiervoor van belang zijn, zoals de uitkomsten van het risicobereidheidsonderzoek en had het VO het Bestuur verduidelijking gevraagd op een aantal punten.
Voor het VO is het belangrijk dat het Bestuur deze afzonderlijke elementen correct heeft gewogen en beoordeeld zodat de uitvoeringsovereenkomst een goede basis heeft. Het Bestuur had de te verduidelijken punten nu afdoende beantwoord door middel van zowel schriftelijk als mondelinge toelichting, alsmede deze punten op correcte wijze geborgd in de bestuurlijke documentatie.
Ook tijdens dit overleg zijn bestuurders Ton de Boer en Edith Schippers aangesloten om tekst en toelichting te verstrekken op de punten waarop het VO verduidelijking nodig had. Het VO was tevreden met de wijze waarop het Bestuur informatie had verstrekt en opvolging heeft gegeven aan de punten die aan de orde waren gesteld en kon besluiten tot een positief advies ten aanzien van de uitvoeringsovereenkomst.
Op 28 oktober heeft het VO via MS Teams vergaderd volgens planning. De health & safety omstandigheden laten het nog steeds niet toe om fysiek bijeen te komen. We hopen natuurlijk dat het online vergaderen niet altijd zo voort zal duren, maar we houden er zeker rekening mee dat dit voor het einde van het jaar niet meer zal veranderen.
Deze vergadering was de laatste vergadering van plaatsvervangend voorzitter Henk Bosch, derhalve hebben wij natuurlijk stilgestaan bij zijn afscheid waarbij zijn VO verleden de revue passeerde en wij hem hartelijk hebben bedankt voor zijn inzet en verdiensten voor het VO. Wij wensen hem veel succes bij zijn vervolg activiteiten.
Er was tijd gepland voor overleg door het VO onderling en een deel van de tijd was gereserveerd voor afstemming met het pensioenbestuur waarvan Edith Schippers en Ton de Boer aanwezig waren. Belangrijk onderwerp van (voor) bespreking was het besluitvormingsproces ten aanzien van de nieuwe pensioenovereenkomst, aangezien het oude contract per 31 december 2020 af zal lopen, en daarmee ook de vernieuwing van de uitvoeringsovereenkomst. Wij hebben bij het Bestuur een aantal aandachtspunten naar voren gebracht die belangrijk zijn voor een evenwichtige belangenafweging waaronder de periode waarbij het pensioenfonds gebruik mag maken van de afgesproken M1 solidariteitsruimte, alsmede de uitkomsten van het risicobereidheidsonderzoek.
Het Bestuur legde ons uit dat zij hun besluitvorming nog aan het onderbouwen zijn en dat het VO in elk geval tijdig de van belang zijnde onderwerpen ter tafel heeft gebracht. Verder werden in het kader van het nieuwe pensioencontract dat de komende jaren landelijk ingevoerd gaat worden een aantal gedachten uitgewisseld omtrent governance en werden afspraken voor het verdere proces gemaakt. Wederzijds werd in elk geval gezien dat de geformuleerde tijdspaden tot het nieuwe pensioenstelsel ambitieus zijn, maar dat wij verdere wet- en regelgeving af zullen moeten wachten.
Nadat het pensioenbestuur de vergadering had verlaten hebben wij als VO de resultaten van onze zelfevaluatie doorgenomen. De evaluatie heeft plaatsgevonden in de eerste helft van 2020. De uitkomsten en aanbevelingen worden ter harte genomen, waaronder het aanbrengen van meer structuur in onze overleggen en het nog beter monitoren van de balans en de tijd die wordt gespendeerd aan een onderwerp. De nieuwe voorzitter Wil Beckers heeft hiertoe reeds acties ondernomen en ook de nieuwe VO leden ondersteunen de aanbevelingen.
Op 31 augustus was er een PDN themadag over het nieuwe pensioenstelsel. Lange tijd was het plan elkaar fysiek te ontmoeten en daarbij ook afscheid te nemen van onze oud leden, maar dat kon door de toch weer wat aangescherpte Corona regels niet. We sloten de middag daarom af met een virtuele borrel, waarbij we toch zo gepast als mogelijk was afscheid namen van Dirk van den Bos, John van Engelen en Henk Lukkezen.
In de september vergadering verwelkomden we Laurine Lemon in ons midden. Ze zal vanaf 1 november de rol en taken van Henk Bosch als door de werkgever aangewezen VO lid en plaatsvervangend voorzitter overnemen en is tot die tijd aspirant VO-lid.
Ook deze vergadering was weer volledig online, jammer genoeg met af en toe haperende verbinding. Gelukkig was de agenda niet al te veeleisend. We verdeelden de aandachtsgebieden voor het komende jaar. Voor het eerst gaan we daarbij niet alleen bij het opstellen van ons oordeel, maar ook bij de voorbereiding van de vergaderingen en de adviezen de taken verdelen. Onder andere door het vaststellen van een normenkader willen we ook efficiënter vergaderen. We hebben afgesproken om ook regelmatig terug te kijken en vast te stellen of dat echt werkt.
Natuurlijk was er ook weer overleg met het dagelijks bestuur van PDN. Er waren geen onderwerpen waarover we advies moesten afgeven, maar desondanks is de agenda overvol, met bespiegelingen over een nieuwe pensioenovereenkomst, en de daarmee verbonden uitvoeringsovereenkomst, de overgang naar een nieuw stelsel, bestuurswisselingen, het reviewen en verbeteren van beheersprocessen en aanpassingen in het beleggingsbeleid. Het bestuur neemt de tijd om verantwoording af te leggen, ook als er geen adviesbehoevende onderwerpen aan de orde zijn.
De junivergadering had een volle agenda, en vond plaats via videoverbinding met iedereen thuis. De samenloop van het proces om tot een nieuwe pensioenovereenkomst en bijbehorende uitvoeringsovereenkomst te komen, en het ter beschikking komen van de uitwerking van het pensioenakkoord genereert veel informatie die verwerkt moet worden.
Tijdens de vergadering hebben we uitgebreid stilgestaan bij het premiebeleid dat PDN als input voor de sociale partners vastgesteld heeft. De nu al lang lage en steeds lagere rentestand zorgt voor druk op de onderhandelingen daarover. Indien de huidige premie wordt gehandhaafd is een volledige benutting van de fiscale opbouw voor het eerst in lange tijd niet meer mogelijk, waardoor de actieve deelnemers minder pensioen gaan opbouwen. Bovendien dreigen kortingen op de opgebouwde rechten door de druk op de aandelenkoersen als gevolg van de Coronacrisis bovenop het effect van de lage rentestand. Dit betekent dat bestuur en sociale partners moeilijke keuzes moeten maken, waarbij de afweging van de belangen van de verschillende groepen deelnemers essentieel is. Omdat die evenwichtigheid van bestuursbesluiten de essentie is van waar het VO op moet toezien, hebben we hier dan ook veel aandacht aan besteed. De actuaris van DPS lichtte de gevolgen van het gekozen premiebeleid toe. We hebben daarbij geconstateerd dat het bestuur er alles aan gedaan heeft om tot een evenwichtig besluit te komen, inclusief het gedeeltelijk overnemen van een door het VO voorgestelde aanpassing zoals opgenomen in het advies van het VO.
In de vergadering was zoals gebruikelijk het dagelijks bestuur van PDN bestaande uit Edith Schippers en Ton de Boer aanwezig om toelichting te geven bij diverse bestuursbesluiten die genomen of in de maak zijn. Dit betrof naast het vaststellen van het premiebeleid, onder andere ook de benoeming van een nieuwe beleggingsadviseur, en het vaststellen van het herstelplan, dat nodig is omdat de hoogte van de dekkingsgraad ook zonder de Corona-crisis verbeteren moet. Er waren in de afgelopen periode ook diverse besluiten nodig over het beleggingsbeleid. Het DB deelde ook mee dat Rein Pikaart als aspirant bestuurslid namens de gepensioneerden is benoemd en dat de benoemingsprocedure tot bestuurslid in gang is gezet.
In de vergadering waren verder ook de bestuursleden Marlies van den Boom en Piet Rennen aanwezig. Marlies lichtte diverse ontwikkelingen rond de beleggingen toe. Door de lage rentes worden we extra afhankelijk van rendementen en die zijn niet voorspelbaar. Daarom moet het beleggingsproces nog meer dan vroeger beheerst worden. De Nederlandse Bank let daar ook extra op. Marlies heeft ons uitgelegd hoe PDN zorgt dat de processen aan alle steeds maar zwaardere eisen blijven voldoen
Piet Rennen lichtte het IT beleid van PDN toe. De uitvoering van de IT is bij DPS, vallend onder het DSM regime in goede handen, maar omdat PDN een financiële instelling is zijn er toch andere accenten. En omdat het bestuur daarvoor verantwoordelijk is, moet het bestuur een sterk eigen beleid hebben en er strikt op toezien dat dat nageleefd wordt.
Tenslotte was er in deze vergadering een drievoudige overdracht te formaliseren. Ten eerste namen we formeel afscheid van John van Engelen, Henk Lukkezen en Dirk van den Bos. De voorzitter heeft ze kort toegesproken en we hebben de drie bedankt voor de uitstekende en soms langjarige bijdrages aan PDN. Op een gepast moment, als er meer mensen fysiek bij kunnen zijn zullen we het afscheid ook nog eens wat feestelijker doen. Tegelijkertijd zijn de drie tot dan toe aspirant leden Wil Beckers, Etha van de Wiel en Peter Pasmans vanaf 1 juli hun vervangers. Wil Beckers zal dan tevens het voorzitterschap overnemen van Martin Aertsen, die wel lid van het VO blijft. Tenslotte moet Henk Bosch terugtreden als lid en plaatsvervangend voorzitter omdat hij bij DSM uit dienst gaat. Het VO heeft het profiel na een kleine aanpassing vastgesteld en DSM om een voordracht voor zijn vervanger verzocht. De VO-leden beraden zich over hoe de rol van plaatsvervangend voorzitter in te vullen.
Tijdens de evaluatie van de vergadering hebben we ons nog beraden over hoe verder te gaan met de planning van vergaderingen, zolang we die via video blijven doen. We neigen er naar meer, maar dan kortere vergaderingen te hebben. Dit levert nu geen extra reistijd meer op en lange video vergaderingen vragen te veel van het concentratievermogen.
In mei vond de jaarvergadering van PDN plaats. Dit jaar was er door Corona geen plenaire vergadering van alle betrokkenen mogelijk en moest alles via video en met beperktere teams afgehandeld worden. Het VO heeft zijn input via onze voorzitter geleverd. Hij beantwoordde ook een enkele vraag van het bestuur over wat we bedoelen met het evalueren van de bestendigheid van het paritaire bestuursmodel. Ons oordeel en de reactie van het bestuur is te lezen in het jaarverslag dat op de PDN website te vinden is.
Deze maand lagen er twee adviesaanvragen. De eerste over een kleine aanpassing van een overeenkomst met een aangesloten bedrijf, die volledig binnen het aansluitingsbeleid valt en waarop dus zonder omhaal positief geoordeeld kon worden.
De tweede adviesaanvraag ging over het nieuwe premiebeleid, ter voorbereiding op een nieuwe pensioenovereenkomst. Het VO heeft na een gedegen voorbereiding door het bestuur en na het ontvangen van de gevraagde additionele informatie en ondersteund door de actuaris zijn advies opgesteld. Hierdoor zal het bestuur, na bestudering van het advies, op het hiervoor geplande moment zijn input aan de sociale partners kunnen leveren. Daarna zal de dialoog tussen sociale partners en het pensioenfonds zijn vervolg gaan krijgen. In het vervolgproces zal het VO naar verwachting nog een rol gaan krijgen.
Daarnaast heeft het VO zijn oordeel over 2019 aan het dagelijks bestuur gepresenteerd. Door de Coronacrisis is het nog niet duidelijk hoe de jaarvergadering georganiseerd gaat worden en was dit misschien het enige bespreekmoment. Het dagelijks bestuur gaf aan het oordeel te begrijpen en de aanbevelingen van het VO in overweging te zullen nemen.
De RvT heeft verantwoording afgelegd aan het VO over zijn activiteiten in 2019. Tevens wisselden we het oordeel van RvT en VO uit, daarin zat veel overlap, maar ook verschillen, omdat de taken van beide organen nu eenmaal verschillend zijn.
De accountant en de certificerend actuaris hebben hun voorlopige conclusies aan het VO gepresenteerd. Zij gaven aan dat hun aanbevelingen van vorig jaar door het bestuur goed opgevolgd zijn. Ook attendeerden ze op het belang van vermelding in het jaarverslag van de Corona crisis. Voorts heeft het VO een verslag van de compliance officier ontvangen waarin die meldt dat er in 2019 geen bijzondere voorvallen zijn geweest. Een geruststellend bericht dus.
Het VO had al voor de Coronacrisis gemerkt in zijn effectiviteit beperkt te zijn onder meer doordat het reglement niet voorzag in situaties waarin sommige leden alleen via een videoverbinding kunnen deelnemen. Door de Coranacrisis kan er al enige tijd alleen via online tools vergaderd worden. De tijdelijke wet COVID-19 maakt dit in ieder geval tot 1 september 2020 mogelijk. Dat maakt het noodzakelijk de reglementen aan te passen zodat ook na deze situatie digitale vergaderingen kunnen plaatsvinden waarin alle nodige besluiten genomen kunnen worden. In afstemming met het Bestuur, waarvoor dit ook speelt, wordt gewerkt aan een aanpassing.
Tenslotte meldde Martin Aertsen dat hij het voorzitterschap na de installatie van de nieuwe leden op 1 juli wil neerleggen. Wil Beckers heeft zich hierna, op voordracht van een van de leden, bereid verklaard het voorzitterschap op zich te nemen en is vervolgens door het VO per 1 juli aanstaande als voorzitter gekozen.
Het bestuur heeft toegelicht hoe PDN omgaat met de Coronacrisis. Het bestuur hanteert de vooraf vastgestelde procedures voor crisismanagement. Zo grijpt het pas in in beleggingen als bepaalde triggers worden geraakt, hetgeen ten tijde van onze vergadering nog niet het geval was. Het bestuur bevestigde het door ons aangegeven belang ook de deelnemers te informeren over wat PDN op dit gebied doet. Zo verscheen ongeveer ten tijde van de vergadering een mededeling hierover.
We hebben een positief advies uitgebracht over een addendum op de uitvoeringsovereenkomst waarin wordt vastgelegd dat de hersteltermijn die PDN hanteert voor het herstelplan van 7 naar 10 jaar gaat. Hiermee gaat de kritische dekkingsgraad waaronder gekort moet worden weer wat omlaag nadat die door de ontwikkeling van de rente en aanpassingen opgelegd door de politiek angstig dichtbij was gekomen.
Bij de bespreking van de voorbereiding op de nieuw af te sluiten uitvoeringsovereenkomst heeft het VO bij het bestuur op een evenwichtig pakket aangedrongen.
Sociale partners bepalen de inhoud van de pensioenregeling en de premieruimte.
Het bestuur stelt het totale beleidskader vast, waarin de diverse elementen in samenhang op evenwichtigheid voor alle belanghebbenden worden beoordeeld.
In onze tweede maart meeting zijn we door het bestuur via een presentatie uitgebreid voorgelicht over aanpak, proces en overwegingen welke gaan leiden tot een voorstel nieuw contract per 1-1-2021. De sociale partners willen nu geen grote wijzigingen in onze pensioenregeling aanbrengen, omdat na het sluiten van een nationaal pensioenakkoord over de stelselwijziging toch weer alles gaat veranderen. Zonder meer verlengen van de huidige regeling is niet mogelijk omdat er veel veranderd is in 5 jaar. We starten met andere vooruitzichten in rentestand en dekkingsgraad, en er moet rekening gehouden worden met de uitkomsten van een nieuw risicobereidheidsonderzoek onder de deelnemers. Mede daarom heeft het bestuur al zijn Policy Beliefs, die een leidraad bieden voor het bestuursbeleid, aangepast. Ook die hebben invloed op de keuzes die gemaakt moeten worden. Deze keuzes zijn: de hoogte van de premie, de verdeling daarvan over werkgevers en werknemers, de hoogte van de opbouw, de wijze van berekenen van de benodigde (kostendekkende) premie, de mate van acceptatie van verschil tussen benodigde en ingelegde premie, afspraken over indexatie en inhaalindexatie en de lengte van de hersteltermijn in het geval van onderdekking. Dat gehele pakket bepaalt hoe de nieuwe overeenkomst uitwerkt voor verschillende groepen (jong/oud, actieven/slapers/gepensioneerden, hogere/lagere salarisgroepen) en moet dus evenwichtig zijn.
Tijdens de presentatie werden meerdere opmerkingen, vragen en kanttekeningen gemaakt welke enerzijds zullen leiden tot nadere informatie voor het VO en anderzijds meegenomen kunnen bij de besprekingen binnen het bestuur. In de maartvergadering heeft het bestuur het voorgenomen beleid vastgesteld zodat dit ter advisering in april aan het VO voorgelegd kan worden, zodat daarna het overleg met de sociale partners gevoerd kan worden.
Tot slot werd het Oordeel over 2019 zodanig afgerond dat dit in april met zowel Bestuur als RvT besproken kan worden.