Je hebt het nieuws al in de media opgevangen.
Dinsdag 4 juni bereikten het kabinet en de sociale partners een principe-akkoord over het toekomstige pensioenstelsel. Ook de linkse oppositiepartijen Groen Links en PvdA staan achter dit akkoord. Daarnaast hebben de leden van de vakbonden zich via een adviserend referendum uitgesproken over het akkoord. De meerderheid stemde voor.
Waar bestaat het akkoord uit?Het voorlopige akkoord ligt er in hoofdlijnen. De verdere uitwerking geeft pas duidelijkheid over de precieze gevolgen. Tot nu toe zijn vooral details die over de AOW gaan naar buiten gebracht. De AOW is het pensioen dat je vanaf een bepaalde leeftijd van de overheid ontvangt. De AOW-leeftijd is in het akkoord voor de komende twee jaar vastgezet op 66 jaar en vier maanden. Daarna stijgt de AOW-leeftijd door naar 67 jaar in 2024. Vanaf dan gaat met elk jaar stijging van de levensverwachting, de AOW-leeftijd met 8 maanden omhoog.
Ook is er in het akkoord afgesproken dat het voor de laagst betaalde beroepen (vaak zijn dit de zware beroepen), aantrekkelijker wordt gemaakt om drie jaar eerder met pensioen te gaan. Een ander belangrijk onderdeel van het akkoord heeft betrekking op zelfstandigen (ZZP’ers). Zij moeten makkelijker kunnen deelnemen aan een pensioenfonds. Hoe dat geregeld wordt, is nog niet duidelijk.
Pensioen bij PDN
Het AOW-pensioen ontvang je van de overheid. Daarnaast krijg je (straks) pensioen van PDN. Dat is het pensioen dat je via je werkgever opbouwt. Er zijn nog geen details bekendgemaakt over de afspraken in het akkoord die over dit deel van het pensioen gaan.
Hoe nu verder?
De verdere uitwerking van het principe-akkoord geeft pas duidelijkheid over de precieze gevolgen voor het pensioen van de overheid (AOW) én voor het pensioen van PDN. Uiteraard communiceren wij hierover zodra meer bekend is.